17 mei 2021

Dunamarevoorzitter Henk Post: “Onze jeugd is toe aan een nieuwe aanpak”

We zitten weer midden in de eindexamenperiode: de examens van het praktijkonderwijs zijn al eerder gestart, de rest van de scholen begint vandaag. Overal in Nederland zwoegen examenleerlingen hard om te laten zien dat ze de stof van de afgelopen jaren voldoende beheersen. Afsluitende toetsing is natuurlijk heel belangrijk om leerlingen te laten doorstromen naar vervolgonderwijs. Maar ik heb wel vraagtekens bij de manier waarop we dat nu doen.

Gedateerd

Het centraal schriftelijk examen bestaat meestal uit het lezen van een tekst en vervolgens het beantwoorden van een reeks vragen daarover. Dat is best een gedateerde werkwijze. Het sluit bovendien ook te weinig aan op wat er van leerlingen wordt verwacht in het vervolgonderwijs. Of het nou om een studie op het mbo, aan een hogeschool of een universiteit gaat: je werkt er heel anders dan je op de middelbare school ooit hebt gedaan. Het is veel projectmatiger, waarbij je wordt geacht zelf onderzoek te doen en zelf vaak stukken tekst te schrijven. Teksten produceren is iets dat je nauwelijks doet op de middelbare school, omdat het zo lastig te examineren is. Ook stemt het tot nadenken dat de helft van de leerlingen het eerste jaar van hun vervolgopleiding van richting switcht. Zouden we hen niet beter moeten voorbereiden op wat hen te wachten staat? En veel meer aandacht moeten besteden aan een goede studiekeuze?

Mogelijkheden om te verbeteren

Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) – het extra geld dat de overheid beschikbaar heeft gesteld om de onderwijsachterstanden door corona weg te werken – biedt ons nieuwe mogelijkheden om het onderwijs te verbeteren. De meningen buitelen over elkaar heen hoe we dat moeten doen. Wat opvalt, is dat het steeds over het wegwerken van cognitieve achterstanden gaat. Wéér: dat wat concreet meetbaar is. Deze examenperiode is interessant, omdat het een indicatie geeft hoe het met die cognitieve achterstand gesteld is. Ik ben dan ook heel nieuwsgierig naar de resultaten. Zelf denk ik dat een andere, onzichtbare vorm van achterstand wel eens veel groter kan zijn en op de lange termijn meer gevolgen gaat hebben: de sociaal-emotionele achterstand. Onze leerlingen hebben een jaar lang heel veel thuisgezeten, wat doet dat met hen op de lange termijn? Hoe ontwikkelen zij hun sociale vaardigheden? Brengen we hen voldoende eigen verantwoordelijkheid bij? Leren we ze voldoende om samen te werken, ook later in de maatschappij? Dat meten we niet met de examens.

Nuttige vaardigheden

Het NPO is een goed aangrijppunt om met elkaar te definiëren wat ‘goed onderwijs’ is. De docenten staan daarbij centraal: zij moeten het uiteindelijk waarmaken in de klas. Bij Dunamare gaan we de NPO-middelen zeker inzetten voor zaken als extra huiswerkbegeleiding en examentraining. Maar ook voor meer aandacht voor de overstap naar het vervolgonderwijs, voor meer differentiatie in en buiten de klas, voor training van de docenten in het geven van goede feedback, en voor andere activiteiten zoals sport. We willen echt breed inzetten.

Ik las laatst over de openbare scholengemeenschap Hugo de Groot in Rotterdam Zuid, die een paar bekende schrijvers had uitgenodigd voor een vraaggesprek met de leerlingen. Tommy Wieringa, Manon Uphoff en Abdelkader Benali kwamen langs en waren aangenaam verrast door hoe betrokken en belezen de leerlingen waren. De docenten bleken het lezen bij de leerlingen dan ook flink te stimuleren. Zo lazen zij hen al vanaf de brugklas een uur per week voor. Een mooi voorbeeld hoe je volgens niet-meetbare paden toch heel nuttige vaardigheden stimuleert bij je leerlingen.

Profielwerkstuk

Een stap in de goede richting binnen het vaste curriculum vind ik ook het profielwerkstuk dat is ingevoerd. Een praktische opdracht voor leerlingen in de laatste klas uit de bovenbouw van het vmbo, havo en vwo. Daarin komen vaardigheden als onderzoeken, samenwerken, analyseren, schrijven en presenteren bij elkaar. Dat gaat al veel meer in de richting van wat het vervolgonderwijs van leerlingen vraagt. En dan kan ik het hier niet laten om trots te vermelden dat twee leerlingen van onze Dunamare-scholen – Nieka van Lieshout van het Coornhert Lyceum en Britt Molenaar van de Daaf Gelukschool – met hun profielwerkstuk een prijs hebben gewonnen van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Ik bedoel maar, onze jeugd is er klaar voor! Nu moeten alleen wij nog de uitdaging aangaan om ons onderwijs verder op hen aan te passen.