29 maart 2021

Afscheid van ‘mister Dunamare’ Albert Strijker

50 jaar heeft hij gewerkt, waarvan hij er 46 aan het onderwijs wijdde. En nu gaat Albert Strijker, voorzitter van het College van Bestuur en de founding father van Dunamare Onderwijsgroep, met pensioen. Tijd voor een terugblik met deze bevlogen bestuurder, die altijd heimwee is blijven houden naar het lesgeven.

“Ik had als kind een behoorlijke hekel aan school, aan het keurslijf waarin je gedwongen werd”, verklaart Albert op de vraag waarom hij na zijn eindexamen niet meteen voor een opleiding in het onderwijs koos. Hij moest er via een omweg achter komen dat daar toch echt zijn liefde lag. Nadat hij in 1971 eindexamen had gedaan op het Ichthus Lyceum (inderdaad een van de scholen van Dunamare) besloot hij in de accountancy te gaan werken – 4 dagen werken, 1 dag college, ’s avonds studeren. Albert: “Op school had ik me ontzettend verveeld, het onderwijs was in die tijd zeker niet toegesneden op de verschillen tussen kinderen. Ik had me voorgenomen nooit meer een school in te gaan.” Maar de wereld van de accountancy viel hem tegen: “Iedereen was daar alleen maar op meer geld gericht.” Hij had behoefte aan maatschappelijke relevantie. De publieke sector trok, en dan vooral het werken met kinderen. “Ik hou van de levenslust en het enthousiasme van kinderen.”

Luisterend oor

In 1974 ging Albert naast zijn volle baan geografie studeren om leraar te kunnen worden, datzelfde jaar al stond hij voor de klas in Amsterdam West. Later heeft hij nog avondstudies algemene economie en bedrijfseconomie gevolgd om andere vakken te kunnen geven voor de afwisseling. “Het ging me niet zozeer om de inhoud van de vakken”, zegt Albert. “Het leukste vond ik het omgaan met kinderen. En iets kunnen betekenen voor kinderen die een zetje nodig hebben. Negen van de tien kinderen gaan goed op school, maar de tiende zit thuis in de problemen, of heeft het moeilijk met zichzelf. Met een luisterend oor kun je dan heel veel bereiken. Niet bij elk kind, maar ik heb het wel altijd geprobeerd.”

Overstap naar besturen

Toen de gemeente Haarlem in 1990 het openbaar onderwijs wilde verzelfstandigen, ging Albert dat realiseren vanuit een conrectorsfunctie op het Coornhert Lyceum. “Ik wilde graag naast het lesgeven een bredere verantwoordelijkheid en vanuit deze functie was dat mogelijk.” De openbare scholen kregen een eigen bestuur, eerst nog onder verantwoordelijkheid van de gemeente, later los in de stichting OVO Haarlem, met een eigen bovenschoolse directie. Op een gegeven moment viel het lesgeven niet meer te combineren met het besturen en kwam Albert voor een moeilijke keus te staan. “Ik heb met pijn in mijn hart het lesgeven opgegeven. Maar als bovenschoolse directeur had ik het idee voor veel meer mensen iets te kunnen betekenen. En ik vond de vraagstukken heel interessant.”

Geboorte van Dunamare

Rond 2005 fuseerden in Nederland veel kleine scholen met grotere scholen. OVO Haarlem had veel kleine scholen, vaak voor een specifieke groep leerlingen, en wilde voorkomen dat die zouden verdwijnen. Albert: “We zochten contact met scholengroepen NOG en SAVO om te kijken of we met één sterk bestuur onze kleine scholen zelfstandig zouden kunnen houden. De mobiliteit van personeel zou bij groei en krimp van afzonderlijke scholen verbeteren en we zouden alle scholen vanuit één bestuur beter kunnen ondersteunen. Het heeft even geduurd voordat iedereen – besturen, directies en medezeggenschap – de kansen zag, maar in 2007 was Dunamare Onderwijsgroep een feit.”

Een passende plek voor elk kind

Qua cultuur verschilden de drie schoolbesturen enorm, herinnert Albert zich. “We vonden elkaar in de gezamenlijke doelen. ‘Voor elk kind een passende plek’, was de gedachte, van speciaal (zorg) onderwijs tot gymnasium. Dat kunnen we tot op de dag van vandaag bieden; ik ben er trots op dat onze scholen echt van elkaar zijn blijven verschillen en zich toch allemaal Dunamare-scholen voelen. We hebben een goede financiële basis waardoor we stabiliteit en continuïteit bieden. We doen veel voor de opleiding en verdere ontplooiing van medewerkers, met onze opleidingsschool H2O en de Dunamare Academie. De mobiliteit is ook een groot succes. Er zijn behoorlijke schommelingen geweest in de leerlingenaantallen tussen scholen, maar we hebben nooit gedwongen hoeven te ontslaan. Zowel als leraar, leerling en ouder zou ik me thuis voelen op een Dunamare-school.”

Onderwijs anno nu

Na al die jaren voelt Albert nog steeds heimwee naar het lesgeven. “Afgelopen jaar heb ik ons nichtje van 6 bij haar thuisonderwijs geholpen. Het was zo leuk om met haar te oefenen met lezen en schrijven.” Eigenlijk had hij na het stoppen als bestuurder ook weer willen terugkeren voor de klas. “Dat kan helaas niet meer, ik ben ernstig ziek. Overigens had ik dan wel eerst mijn vaardigheden moeten opvijzelen. Toen ik begon met lesgeven, deden we dat vooral ‘op gevoel’.” Lachend: “Als je met de skills van toen zou lesgeven aan de jongeren van nu, heb je best een probleem.”

Kansengelijkheid

Stel dat hij minister van Onderwijs was en één ding mocht realiseren, wat zou dat zijn? Albert: “Ik zou beleid ontwikkelen om te komen tot bredere scholen waar kinderen van alle niveaus langer verbonden blijven met elkaar. Doordat ze niet in jaarlagen zitten maar gedifferentieerd per vak op hun eigen niveau kunnen werken. Waarbij de vervolgopleidingen alleen kijken naar wat specifiek nodig is voor hún opleiding. De vroege selectie die we nu in Nederland hebben, vergroot de kansenongelijkheid, waardoor de emancipatoire rol van het onderwijs in het geding is.”

Dankbaarheid en energie

Albert kijkt terug op een prachtige carrière van 50 jaar. “Dat ik steeds met zoveel plezier in en aan het onderwijs heb kunnen werken, is vooral te danken aan alle fantastische mensen waarmee ik dat samen mocht doen. Trots ben ik vooral op de momenten dat ik iets voor een leerling heb kunnen betekenen, maar ook op alles wat ik aan Dunamare heb mogen bijdragen. Aan alle collega’s wil ik dit meegeven: Blijf je altijd realiseren dat je werkt met kinderen. Soms zou je het niet meer zeggen als je ziet hoe groot ze zijn en hoe groot ze doen. Maar in dat grote lijf, achter die grote mond zit een kind met alle onzekerheden, verwachtingen en kwetsbaarheden die daarbij horen. Blijf altijd voor ze klaar staan. En leg je niet neer bij onvoldoendes; die geven aan dat ze extra steun nodig hebben: Inhoudelijk, maar vaak ook in motivatie. Vrijwel alle leerlingen hebben de capaciteiten om hun diploma te halen. Laat ze niet vallen en je zult beloond worden met resultaten en dankbaarheid. Dat geeft zoveel energie.”