9 november 2020

Interview met nieuwe collega Esther Bakker, docent Nederlands MCA

Doorstromers, zijinstromers of starters, elk jaar beginnen op de scholen van Dunamare Onderwijsgroep nieuwe collega’s aan hun carrière in het voortgezet onderwijs. In deze serie vertellen zij kort wat hen motiveert en hoe het ze bevalt. Deze keer: Esther Bakker, docent Nederlands op het Montessori College Aerdenhout

Hoe ben je bij het MCA terechtgekomen?

‘Ik werkte in Zaandam op een havo/vwo. Dat was ver reizen en ik wilde ook meer uren werken. Er kwamen een paar dingen samen. In juni heb ik mijn lesbevoegdheid gehaald en vlak voor de zomer las ik deze vacature. Ik kende het Montessori College Aerdenhout. Ik ben er met een van mijn kinderen op een open dag geweest en ben het me blijven herinneren als een leuke, gezellige school. Bovendien is het in de buurt. Ik woon zelf in Bennebroek.’ 

Je hebt dus niet altijd in het lesgegeven?

‘Nee, ik ben een zijinstromer. Ik heb bijna dertig jaar als journalist gewerkt, eerst bij De Volkskrant en later als zzp’er. Maar ik was de inspiratie kwijt en zocht meer relevantie. Ik had meer te bieden dan ik kwijt kon. Drie jaar geleden las ik een artikel over het lerarentekort en ik ben toen een crash course gaan doen. Tien dagen ondergedompeld in onderwijs. Daarna ben ik begonnen met mijn opleiding en ik vond direct een baan. Ja, het is mooi om een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling van jonge mensen.’ 

En hoe is het op het MCA?

‘Alles wat ik heb gehoopt, heeft het gebracht. Het is enorm leuk. De school straalt vertrouwelijkheid uit. Iedereen is vriendelijk tegen elkaar, dat is de basis. De leerling spreken je met de voornaam aan. Vind ik niet erg, ik hou niet zo van mijn achternaam.’ Mis je de journalistiek? ‘Ik zie wel wat gelijkenis: bij het schrijven denk je ook na over hoe je je doelgroep bereikt. Wat trekt de aandacht, wat maakt dat ze willen doorlezen? Dat doe ik voor de klas ook. Een verschil is dat mensen hier echt blij met je zijn. Dat is in de journalistiek niet altijd zo. Nee, ik heb geen spijt. Als ik ’s ochtends door Landgoed Leyduin naar school fiets, ben ik helemaal blij.’