26 mei 2025

“Het is bizar dat reanimeren vooral op mannelijke poppen wordt geoefend”

Een profielwerkstuk saai? Leerlingen Dide Korca (5V) en Juul Luijendijk (6V) van het Coornhert Lyceum bewijzen het tegendeel. Met hun PWS over reanimatie bij vrouwen trokken ze veel bekijks. 

Een profielwerkstuk over reanimatie bij vrouwen, dát is origineel. Hoe zijn jullie op het idee gekomen?

Juul: “Afgelopen jaar volgde ik een EHBO-cursus. Het reanimeren oefenden we op een mannelijke pop en op een kinderpop. Ik dacht gelijk: waar blijft de vrouwelijke variant? Volgens de trainer was dit niet nodig...” Dide: “Toen Juul dit vertelde, vond ik het – net als zij – bizar. Dit alles speelde in de periode dat we een onderwerp voor ons profielwerkstuk moesten kiezen. De keuze was toen snel gemaakt.”

Jullie hebben zelf een vrouwelijke pop gemaakt. Dat is nogal wat!

Juul: “In eerste instantie waren we dit helemaal niet van plan. We wilden er gewoon één kopen of huren. Maar dat bleek niet zo gemakkelijk. Dat zegt eigenlijk al genoeg!”  Dide: “Op school hadden we twee mannelijke reanimatiepoppen liggen die niet meer gebruikt werden. We hebben toen nepborsten gekocht en die – op basis van het ribaantal - vastgelijmd op de juiste hoogte. Vervolgens moest er een apparaat in de poppen worden geplaatst om de effectiviteit van de reanimatie te kunnen meten.”

Dat klinkt best complex. Zijn jullie technisch?

Juul, lachend: “Ehm, niet bepaald nee. Gelukkig hebben we hier op school een docent van het TechLab, die veel met 3d-printers en sensoren werkt. Die heeft ons geholpen met het apparaat. Deze meet de mate waarin de borst wordt ingedrukt en het tempo waarop dat gebeurt. Als beide punten goed waren, beschouwden we de reanimatie als geslaagd.” Dide: “Aan ons onderzoek deden 35 mensen – een mix van mannen en vrouwen – mee. Ze hadden allemaal een EHBO-cursus gedaan en wisten dus hoe je moet reanimeren. Iedereen kreeg een keer de mannelijke en een keer de vrouwelijke pop.” Juul: “Van te voren dachten de meesten: ach, dat is toch hetzelfde. Maar als ze de vrouwelijke pop voor zich hadden liggen, zag je ze toch even denken. Want ja, waar plaats je je handen?”

En... hoe waren de resultaten?

Dide: “Om de geslaagdheid te beoordelen, hanteerden we een schaal van 1 tot 5. Het cijfer 5 betekende dat een reanimatie helemaal goed was. Op de mannelijke pop is er 24 keer goed gereanimeerd en op de vrouwelijke 18 keer. Best een groot verschil, dus.”

Dat klinkt als een geslaagd onderzoek. Hebben jullie een goede beoordeling gekregen?

Juul: “Zeker, een acht! Daar zijn we heel blij mee. We hebben ons resultaat ook zeker te danken aan de begeleiding van docent Marieke Marwat. We hebben best wat tegenslagen gehad; zo ging het apparaatje op een gegeven moment kapot. Zij liet ons steeds naar andere opties zoeken en zorgde dat we in contact kwamen met de juiste docenten. Ook hielp zij ons om het onderwerp af te bakenen. Er is zo veel te vertellen over (het gebrek aan) medisch onderzoek naar vrouwen, maar je moet keuzes maken.”

Hoe kijken jullie terug op het hele traject?

Dide: “Met een goed gevoel. Er zijn veel docenten naar ons toegekomen om te zeggen dat ze het zo’n leuk onderwerp vonden. Ons profielwerkstuk bleek zelfs onderwerp van gesprek in de docentenkamer, haha.” Juul: “Onze klasgenoten waren ook nieuwsgierig en op de open dag trok onze pop veel bekijks. We zijn trots dat we dit onderwerp op de kaart hebben kunnen zetten!”