“Je wil leerlingen klaarstomen voor de wereld waarin ze terechtkomen”
Burgerschap staat hoog op de agenda in het voortgezet onderwijs. Hoe geven onze Dunamare-scholen hier invulling aan? De komende weken delen collega’s hun ervaringen. Vandaag Anna Dantuma, teamleider vmbo op de Maritieme Academie Harlingen, aan het woord.
“Bij ons op school doen we veel aan burgerschap. Het zit verweven in het curriculum en met name in de dagelijkse praktijk. De leerlingen van de Maritieme Academie wonen intern dus je kunt wel zeggen dat onze school een soort ‘mini-samenleving’ is. Hier leer je op eigen benen staan en samenleven met mensen die je niet hebt uitgekozen. Eigenlijk spelen we vanaf jongs af aan ‘wereldje’. Omdat leerlingen hier niet alleen leren, maar ook daadwerkelijk wonen, vinden we hun inspraak heel belangrijk. Onze school betrekt ze daarom bij veel dingen die gedaan of bedacht worden. Zo hebben wij er heel goede ervaringen mee dat leerlingen bij sollicitaties van nieuwe collega’s zitten. Immers: zij zijn de doelgroep! Je hebt tijdens zo’n gesprek meteen in de gaten of er een match is. Ook zit er een leerling in de Medezeggenschapsraad, in ons mediation team en in de menucommissie.”
Burgerschap in de praktijk
“Wij doen op school van alles aan burgerschap, in de breedste zin van het woord. Zoals milieuproject ‘Schoon water’ waar onze leerlingen in de stadsgrachten rommel opruimen. In de derde klas kunnen leerlingen meedenken op het gemeentehuis in Harlingen waar ze een bepaalde kwestie in de gemeente mogen oplossen. Ook zijn wij doorgegaan met de maatschappelijke stages, omdat we het belangrijk vinden dat leerlingen om zich heen blijven kijken. Als scheep-, jacht, rijn, binnen en kustvaartschool zijn we vanzelfsprekend internationaal georiënteerd. We hebben veel contacten ‘over zee’ en leerlingen varen met de Tall Ships’ Races mee. Tot aan vorige zomervakantie hebben we ook Oekraïense vluchtelingen opgevangen. Dat is een boeiende periode geweest. De jongeren maakten elkaar, ondanks de taalbarrière, wegwijs op school en in Nederland. Prachtig om te zien.”
Een toegankelijke vorm
“Al onze burgerschapslessen zitten gegoten in een vorm die leerlingen aanspreekt. Dat maakt het toegankelijk. Daarna wordt er nagepraat. In gesprek blijven is belangrijk, zeker omdat we vijf dagen in de week op elkaars lip zitten. Je mag het best een keer oneens zijn of een conflict hebben maar je hebt het die dag op te lossen - je woont en werkt immers met elkaar. Hier kun je eigenlijk nergens voor weglopen en dat kan later ook niet aan boord. Ja, burgerschap is heel belangrijk vind ik. Het hoeft niet altijd een apart vak te zijn, maar je wil leerlingen wel klaarstomen voor de wereld waarin ze terechtkomen. Zodat ze - als je ze aflevert met een diploma - kritisch maar positief de wereld tegemoet treden.”