“We willen leerlingen niet te vroeg in een hokje stoppen”
Het Wim Gertenbach College (WGC) werkt al een aantal jaren met een eigen lesmodel en is gestart met heterogene brugklassen, waarbij er veel aandacht is voor de individuele behoeften en gelijke kansen van leerlingen. Wat houdt het WMC-model in en wat zijn de voordelen van deze aanpak? Ricardo van der Tol, mentor, docent aardrijkskunde en lid van de werkgroep, praat ons bij.
“Drie jaar geleden zijn we met elkaar rond de tafel gegaan. We deden al veel dingen goed: we zijn een kleine school, we kennen elke leerling dus er is veel persoonlijke aandacht. Maar wat zouden we kunnen doen om ons onderwijs nog meer te verbeteren? We kwamen tot de conclusie dat we eerst moesten streven naar een uniforme aanpak, zodat we het pedagogisch handelen van de docenten gelijk konden stellen. Het is goed om de neuzen binnen een school dezelfde kant op te hebben. We hebben met elkaar vastgelegd: wat doe je tijdens een uitleg? Hoe pak je de lessen aan en waarom werkt dat? Daaruit is het WGC-model ontstaan. Hierin beschrijven we hoe we het pedagogisch handelen aanpakken op school. We werken nu al een aantal jaren met dit eigen lesmodel en dat bevalt heel goed.”
Passend niveau
“Het afgelopen schooljaar hebben we dit nog verder doorontwikkeld en zijn er drie heterogene brugklassen van start gegaan: leerlingen met mavo-, havo- en mavo/havoadvies zitten bij elkaar in de klas. En dat werkt zo ontzettend goed! We willen leerlingen niet te vroeg in een hokje stoppen. Deze brede brugklas geeft ze de kans om zelf het best passende niveau te vinden. Een ander voordeel is dat bevriende leerlingen makkelijker bij elkaar in de klas kunnen komen. Wij gaan altijd aan het begin van het schooljaar met de brugklassers op kamp. Zo leren ze elkaar goed kennen. Na afloop maken we pas de klassenindeling, op basis van de wensen van de leerling. Wil je als havoleerling graag in de klas wil met een mavoleerling? Dat kan! Ouders en leerlingen zijn hier lyrisch over!”
Differentiatiemogelijkheden
Voor de docenten is het natuurlijk best een uitdaging, erkent Ricardo. “We kunnen meer verdieping aanbieden, maar we hebben ook meer werk aan de lesvoorbereiding en de proefwerken, met bijbehorende normeringen en beoordelingen. Met de werkgroep hebben we lesmethodes gezocht waarmee we goed kunnen differentiëren en toetsen kunnen afnemen op individuele niveaus. De ene leerling heeft bijvoorbeeld meer ondersteuning nodig voor de wiskundeles, de ander wil juist meer uitdaging. Leerlingen die een dubbel advies hebben, mogen aan het begin van het schooljaar zelf aangeven welk niveau ze willen volgen: mavo of havo.”
Gelijke kansen
“Ik vind de heterogene brugklas echt een aanrader voor andere scholen. Je biedt niet alleen kansen, maar vooral mogelijkheden. Niet elke leerling ontwikkelt zich even snel, maar bij ons kunnen ze in twee jaar rustig ontdekken welk niveau het beste past.” Komend schooljaar gaat het WGC dan ook door met de brede brugklassen. “We merken dat het de leerlingen zoveel brengt. Je ziet ze gewoon groeien, opbloeien en ontwikkelen. Sommigen trekken zich op aan vrienden met een hoger advies, anderen realiseren zich juist dat ze voor een hoger niveau te veel op hun tenen moeten lopen. De leerlingen krijgen in ieder geval allemaal dezelfde kans. Daar doe je het voor!”